De rijstvelden van China en Vietnam
3 oktober 2013 - Sa Pa, Vietnam
We waarschuwen jullie al, het wordt ne lange.
Van Jianshui naar Xinjie, Yuanyang.
Een tocht van 114km waarvan 30km boenk omhoog, we wisten wat ons te wachten stond maar waren toch een beetje zenuwachtig. Na een eerste normale beklimming werden we beloond met een lange afdaling door een prachtig decor. We kregen een eerste zicht op de vallei van de Rode Rivier (zie foto) maar ook de tropische warmte van de streek. Na de afdaling tot aan de rivier begon de gevreesde klim naar de rijstterassen.
Om de vijf kilometer namen we een pauze om de drinkbussen bij te vullen (verantwoord sporten) en te genieten van het landschap (verantwoord reizen). Maar toch hebben we vooral afgezien.
In Xinjie werden we achternagelopen door een Guesthouse-uitbaatster. Haar dochtertje waarschuwt haar telkens er een buitenlandse toerist voorbijkomt. We gingen ons niet meer laten doen, maar potverdekke wat een schattig ding was dat. Sober hotel maar een super service. Die nacht zagen we ook voor de eerste keer dansende Chinezen op het dorpsplein.
Chinese Rijstterassen
We horen jullie al komen: "Nemen die mannen nu weer ne rustdag?". Ja wij nemen weer een rustdag. Noem het eerder een bezoekdag. Rond de stad liggen de Hani Rijstterassen. Ongelooflijk mooi en een voorbeeld van het doorzettingsvermogen van dit bergvolk. China vraagt 25 euro per persoon om het beschermd gebied te bezoeken, maar er buiten zijn zeker zo mooie vergezichten. Wat beter binnen ons budget pastte aangezien we schoenen wouden kopen. Dit bezoek heeft ons wel een Aziatisch fietsslot gekost dat we vakkundig hebben moeten verwijderen wegens systeemfalen.
Verder hebben we eindelijk onze fietsen kunnen afspoelen en afstellen. Dit was meer dan nodig aangezien sommige vijzen al wat losser stonden dan de wettelijke norm. Na het avondeten stonden we even stil bij het prachtige uitzicht en hoe hard deze gemeenschap ons toch heeft kunnen raken.
200 km van Xinjie naar Hekou
We namen afscheid van onze gastvrouw en haar dochter om te kunnen beginnen aan onze afdaling naar de rode rivier. We zouden deze machtige stroom een 170 km volgen tot in Hekou. De nieuwe nationale weg was in super goede conditie en liet ons snel vorderen. Nadat we bij een lokaal restaurant de volledige rijstvoorraad hadden verorberd, wouden we toch wat bananen inslaan. De verkoopster had blijkbaar medelijden met ons en doneerde dan ook zomaar twee dozijn bananen aan ons goede doel. Als we haar aanvankelijke prijs mogen geloven kwam het op 25 cent per stuk.
Toen we een 70 tal kilometer voor de aankomst een kleinere weg moesten nemen, begon het stijgen en dalen opnieuw. Het was toch al donker toen we een kleine verkeersopstopping tegenkwamen. Nu weten we niet hoe je een file noemt die veroorzaakt wordt door de afwezigheid va een weg. Aangekomen in Heikou steken we eerst nog een vis en zes kilo rijst in ons kas voor we gaan slapen.
Stage 2: Vietnam
Opstaan en naar de grenspost. Wat we daar meemaakten was eigenlijk typerend voor ons verblijf in China. Een van de grenswachters ziet dat we hulp nodig hebben en handelt onze zaak persoonlijk af. Wanneer we dit vertellen aan andere toeristen stuitten we steeds op ongeloof. China was een ongelooflijke ervaring. Op plaatsen komen waar normaal gezien geen enkele toerist komt en steeds super behulpzame mensen die niet vertrekken voor alles in orde is.
En dan is er de eerste dag in Vietnam met natuurlijk de verplichte beklimming. Om in Sa Pa te raken passeren we weer ongelooflijk mooie uitzichten, iets wat nooit gaat vervelen. Zelfs onze eerste regenbui is een ervaring op zich. In het stadje zelf worden we klem gereden door een jonge Vietnamese die ons een kamer wil aansmeren in het honeymoon hotel. Even voor de duidelijkheid, we slapen nog steeds in aparte bedden.
Rijstwijn en de Hmongs
Na ons avondeten belanden we in de bar van het Gecko-hotel waar we door de neef van de uitbater onze volledige route naar Hanoi laten aanpassen en ons eerste glas plaatselijk gestookte alcohol proeven. Terwijl we de ingang van ons hotel naderen horen we binnen iemand met een zwaar Vietnamees accent roepen "Stop, I am drunken". De uitgelezen kans om onze hoteleigenaar en de andere gasten beter te leren kennen.
Deze ochtend zijn we een van de Hmongdorpjes tussen de Rijstvelden gaan bezoeken. Cat Cat ligt onderaan de berg Phan Xi Păng, uitgesproken als fancy pants voor komisch effect. We kregen de kans om met lokale beeldhouwers te praten en kregen ze nog aan het werk te zien ook. Op het einde van de wandeling werden we getrakteerd op een machtige waterval en aanbiedingen om de inboedel van verschillende winkeltjes over te nemen.
Morgenochtend trekken we te voet de bergen in naar twee andere dorpjes. Vietnam belooft net zoals China ongelooflijk mooi te worden.
Ik weet het , vertalen uit het chinees is niet makkelijk!
Hopelijk gaat dat beter in Vietnam! Nog veel succes verder PLATOON!!
Neem de tijd om te genieten en tot volgend verslag.Laat nog een beetje eten over aan de locals.
Opletten maar vooral genieten, grtn
een unieke levenservaring ,iets om nooit te vergeten, keitof !!!!!
Groetekes en nog veel plezier ....we volgen jullie